Duikvlag en -Boei

Een duikvlag waarschuwt schippers dat er duikers in de buurt zijn. In sommige gebieden is het gebruik van een duikvlag wettelijk verplicht, maar los daarvan is het vanuit veiligheidsredenen altijd een goed idee om er een te gebruiken. Duikersboten voeren een duikvlag om andere boten erop te attenderen dat er duikers zich onder water bevinden. Je kunt de vlag ook op een duikboei voeren die je meesleept tijdens je duik. Breng een bezoek aan je PADI-duikcentrum of -resort voor advies over duikvlaggen en -boeien.

• Plaatselijk erkend – Er zijn twee erkende duikvlaggen – een rode vlag met een witte diagonale streep, en de blauw-witte wimpel die ook wel Alfavlag genoemd wordt. Laat je informeren over welke vlag in jouw regio gevoerd wordt.
• Vlaggenstok of mast – Als de vlag op een duikboei gevoerd wordt moet deze hoog genoeg aan de vlaggenstok hangen zodat de bemanning van schepen hem zelfs boven de golfen of korte golfslag kunnen zien. Een duikvlag die door een duikersboot gevoerd wordt moet aan de mast op een prominente plek gehangen worden.
• Duikboei – De drijver moet goed blijven drijven als de vlaggenstok en de vlag erop staan, en zo stabiel dat hij niet makkelijk omvalt. Duikboeien heb je in verschillende soorten en maten, variërend van eenvoudige, opblaasbare boeien, tot torpedo-achtige boeien die gemakkelijk zijn voort te slepen, en ringvormige oppervlakteboeien voor zwaar gebruik.
• Om een duikboei voort te slepen heb je een lijn nodig en een haspel om de lijn te laten vieren of juist in te lieren.
• Om een duikboei te verankeren heb je een grondboor of lood (gewicht) nodig, of gewoon een lijn om het aan een vast object (niet het koraal) vast te maken.

• Balein – Een versteviger, vaak een eenvoudig stuk wireframe, om de vlag uit te laten staan zodat hij duidelijk zichtbaar is.
• Binnenband met stoffen hoes – Dit type duikboei biedt voldoende positief drijfvermogen en heeft een zakje waar je accessoires in kunt doen.

1. Laat je informeren over welke erkende duikvlag in jouw regio gevoerd wordt door een bezoek te brengen aan het PADI-duikcentrum of -resort bij jou in de buurt. Vraag dan meteen naar de plaatselijke wetgeving voor wat betreft wanneer je een duikvlag moet voeren, hoe dichtbij je moet zijn van die vlag en hoe ver boten er vandaan moeten blijven. Ga er echter niet standaard van uit dat schippers de wet volgen – wees altijd op je hoede.
2. Denk na over welk type en grootte de duikboei moet zijn passend bij het type duiken dat jij maakt.
3. Denk ook na over hoe je de duikboei gaat voortslepen of verankeren. Er zijn diverse soorten lijnen en haspels en verschillende manieren om een lijn (touw) aan een duikboei vast te maken, zoals met D-ringen, hengsels of ogen.

• Spoel je vlag, boei, lijn en haspel na elke duik af met zoet water en leg ze op een droge plek buiten direct zonlicht.
• Controleer de lijn regelmatig op versleten plekken en vervang hem indien nodig.