Duikfles

Hogedrukduikflessen zijn relatief kleine maar zeer sterke flessen die grote volumes samengeperst gas kunnen bevatten. Het gegeven dat je je eigen gas-/luchtvoorraad tijdens een duik met je mee kunt nemen heet SCUBA (self containedunderwater breathing apparatus). Of de fles nu gevuld is met perslucht of met verrijkte lucht nitrox (meer zuurstof en wat minder stikstof) of trimix (een mengsel van drie verschillende gassen) voor technisch duiken, een duikfles is een van de belangrijkste onderdelen van een duikuitrusting. Breng een bezoek aan je PADI-duikcentrum of -resort voor advies over duikflessen.

• Er zijn duikflessen van staal of van een aluminium legering. Andere samenstellingen zijn ook mogelijk.
  • Stalen duikflessen zijn sterk en bestand tegen uitwendige beschadigingen. Ze vereisen echter juist onderhoud om roestvorming aan de binnenkant te voorkomen. Ze hebben een negatief drijfvermogen. Duikflessen met de grootste capaciteit zijn gemaakt van staal.
  • Aluminium flessen zijn minder bestand tegen deuken, butsen en krassen dan stalen flessen maar ze zijn beter bestand tegen inwendige corrosie.
• Een fleskraan reguleert de stroom lucht uit de fles en verbindt je fles met de automaat, met een DIN (je schroeft hem erin) of met een internationaal systeem (je schroeft hem erop). Een O-ring zorgt voor afsluiting tussen de automaat en de fleskraan.
  • De meeste flessen hebben een enkele kraan, gemaakt van verchroomd koper.
  • Technisch duikers gebruiken vaak een dubbele kraan of een Y-vormige of H-vormige kraan, waarbij twee automaten op één fles kunnen worden aangesloten.
  • De meeste kranen hebben een breekplaatje - een dun koperen plaatje - dat zal breken en lucht laat ontsnappen als de druk in de fles te hoog wordt.
• Een actuele visuele markering en/of sticker toont aan dat de fles door een erkende instantie is gekeurd en is gecontroleerd op inwendige en uitwendige corrosie.
• Een duikfles moet periodiek hydrostatisch gekeurd worden. Afhankelijk van het land waar je woont kan dat verschillen van elke twee jaar tot elke zeven jaar.

• De grootte en de drukvermogen zijn bepalend voor de capaciteit van de fles.
  • Duikflessen hebben in Noord-Amerika volumes die gaan van 6 tot 40 kubieke voet. Pony Bottles (reserveflesjes) tot 45 tot 150+ kubieke voet grote flessen.
  • In landen waar het metrieke stelsel gangbaar is zijn de reserveflesjes 1 tot 4 liter en de grote flessen 6 tot 15+ liter.
• Flessen die worden gebruik voor verrijkte lucht moeten voldoen aan eisen met betrekking tot zuurstofnormen. Ze horen daarom voorzien te zijn van geelgroene markeringen zodat duidelijk is wat er in zit. Interesse? Volg dan de PADI Enriched Air Diver-cursus.
• Een flesvoet – van plastic, vinyl of rubber – zorgt ervoor dat een duikfles met afgeronde bodem kan blijven staan en beschermt de fles aan de oppervlakte tegen beschadigingen.
• Andere accessoires voor duikflessen zijn beschermende netjes die je over de fles heen schuift, dopjes voor de fleskraan die de kraanopening beschermen tegen water en stof, en handgrepen en draagsystemen die het vervoeren van je fles makkelijker maken.

Het hangt van je duikgedrag af of je één fles, meerdere flessen of helemaal geen fles hoeft aan te schaffen. Om te bepalen welke fles bij jou past, moet je weten welke grootte en volume je nodig hebt.

1. Een grote fles is meestal beter, tenzij je niet zo lang bent en/of de fles over een lange afstand moet dragen. Vraag je duikprofessional bij je PADI-duikcentrum of -resort om je te adviseren.
2. Als je eenmaal weet welke grootte je wilt, maak je een keuze voor staal of aluminium.
3. Kies een internationale kraan of DIN-kraan, afhankelijk van wat voor automaat je hebt.
4. Besluit of je een flesvoet of flesnetje nodig hebt, en zorg voor extra O-ringen.
5. Zorg dat jouw fles een sticker heeft van de visuele inspectie, of een sticker van een verrijkte luchtinspectie (als je van plan bent hem voor verrijkte lucht te gaan gebruiken).

• Zorg er altijd voor dat je fles niet kan vallen of weg kan rollen, waardoor de fles, je duikuitrusting of jijzelf of anderen beschadigd of verwond kunnen worden.
• Naast het schoonspoelen van je fles en de fleskraan met zoet water, en het wegzetten in een koele ruimte, moet je ervoor zorgen dat de fles nooit helemaal leeg raakt. Berg de fles gevuld op en zorg dat er geen vocht binnenkomt.
• Laat je fles jaarlijks onderwerpen aan een visuele inspectie en laat hem volgens de geldende regels keuren.
• Volg de onderhoudsinstructies van de fabrikant.